Lineke de Vries is een klein joods meisje. Ze zit met haar moeder gevangen in Kamp Vught. Niet samen, want Lineke moet naar een speciale kinderbarak, waar ze helemaal niet wordt verzorgd. Één keer per week ziet ze haar moeder, heel kort maar. Dan wordt besloten dat alle kinderen moeten worden gedeporteerd naar andere kampen. Er mag één ouder mee. Lineke en haar moeder worden in de trein eerst naar Westerbork gebracht en dan op de trein naar vernietigingskamp Sobibor gezet. Daar worden ze meteen bij aankomst vergast in de gaskamer van Sobibor.