Lotte en haar zusje zitten in het Joods weeshuis in Leiden. Hun vader is al in 1938 opgepakt en omgebracht in Kamp Buchenwald. Hun moeder heeft de meisjes naar Nederland gestuurd, maar kan zelf niet mee. Als zij in Amerika aankomt, probeert ze haar dochters ook over te halen. Maar in maart 1943 is het te laat. Lotte en haar zusje worden met nog eens 49 kinderen gedeporteerd. De 18-jarige Lotte gooit een briefje uit de trein naar Westerbork. Omringd door zoveel huilende en angstige kleine kinderen houdt ze zich groot. Maar uit het briefje blijkt dat ze wist dat het niet goed ging aflopen.
8 februari is de geboortedag van Lotte Adler.