‘Wij zullen morgen rechtop en zonder blinddoek sterven. (…) Het is goed en mooi geweest.’ Met deze woorden sluit Willem Arondéus zijn afscheidsbrief af. Na een kwakkelend bestaan als kunstenaar en de worsteling met zijn geaardheid had Willem aan het eind van zijn leven eindelijk het geluk gevonden. De oorlog had hem een doel in het leven gegeven, en vrienden. Samen met hen pleegt hij op 27 maart 1943 de aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister. Hij wordt voor de aanslag ter dood veroordeeld, maar daar heeft hij vrede mee. Wel heeft Willem voordat de fatale schoten in de duinen bij Overveen gelost worden nog een laatste boodschap: ‘zeg de mensen dat homoseksuelen niet per definitie zwakkelingen zijn.’