Helden op hakken
Lange tijd werd als vanzelfsprekend aangenomen dat vrouwen slechts een ondersteunende rol hadden binnen het verzet. Een vrouw in het verzet werd gezien als een uitzondering op de regel. Verzet plegen was mannenwerk, vonden vooral mannen. Gelukkig is dat inmiddels anders, met name door de inzet van vrouwelijke onderzoekers.
‘Als ik weggezet werd als koerierster werd ik woedend!’ aldus een verzetsvrouw die een vooraanstaande rol heeft gespeeld bij de landelijke knokploeg. Later, als secretaris van het Samenwerkend Verzet, heeft ze vele jaren de Dag van het Verzet georganiseerd en alle leden die jarig waren een bloemetje gestuurd. Opnieuw deed een vrouw het belangrijkste werk.
Helena Kuipers-Rietberg alias Tante Riek, was de leider van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers. Het is nauwelijks te bevatten maar ze heeft voor 300.000 onderduikadressen gezorgd. Dat niet alleen, maar ze regelde ook extra voedselbonnen, een vergoeding voor de kosten en een gevarentoeslag voor dienen die Joden onderduik boden omdat dat extra gevaarlijk was.
“Verzet begint niet met grote woorden maar met kleine daden ….” schreef Campert. Tante Riek heeft 300.000 keer een verzetsdaad verricht, vaak onzichtbaar maar wel levensreddend en ongelooflijk belangrijk. Deze samen maken haar tot een held. Misschien heeft dat ook wel een rol gespeeld. Vrouwen waren minder van de heroïsche aanslagen, overvallen, liquidaties of het opblazen van spoorlijnen. Vrouwen deden wat gedaan moest worden: mensen in veiligheid brengen, mensen helpen die in nood verkeren. Overigens stond op het helpen van onderduikers de doodstraf, dus ongevaarlijk was het zeker niet.